Bezoek en waardering Dordtse Binnenstad
Het gaat goed met de Dordtse Binnenstad. Niettemin zijn en blijven er zorgpunten. Eén daarvan is dat het bezoek vanuit de regiogemeenten, maar ook vanuit de buitenwijken van Dordrecht zelf aan de binnenstad, lijkt achter te blijven. Om na te gaan in hoeverre dit inderdaad het geval is, wat de redenen daarvan dan zijn, en welke suggesties inwoners zelf hebben om de Dordtse Binnenstad voor hen aantrekkelijker te maken om te bezoeken, hebben wij in opdracht van het Programma Levendige Binnenstad een enquête uitgezet onder alle zes de bewonerspanels van de Drechtsteden. Deze factsheet zet de resultaten daarvan op een rij.
Conclusies
Inwoners van de overige Drechtsteden beschouwen de Dordtse Binnenstad zeker nog niet massaal ook als hun binnenstad en komen daar dan ook in hun vrije tijd beduidend minder én minder vaak dan inwoners van Dordrecht zelf. En binnen Dordrecht blijft het bezoek aan de binnenstad door inwoners van Dordrecht-Oost (Dubbeldam, Stadspolders, Sterrenburg) achter op de rest van Dordt.
Ten opzichte van twee à drie jaar geleden lijkt het bezoek door inwoners van de overige Drechtsteden ook nog (verder) te zijn afgenomen: drie op de tien bewoners zeggen nu minder vaak te komen, tegen 15% dat zegt nu vaker te komen. Ook vinden drie op de tien overige Drechtstedelingen de binnenstad minder aantrekkelijk geworden om te bezoeken. Een kwart vindt de binnenstad juist aantrekkelijker geworden, maar dat vertaalt zich dus (nog) niet in een even groot aandeel dat dan ook vaker komt.
Ook Dordtenaren en dan vooral inwoners van Oost komen per saldo minder vaak dan twee à drie jaar geleden. Het verschil tussen minder vaak (24%) en vaker (18%) is echter minder groot dan onder inwoners van de overige Drechtsteden. Dit ondanks dat juist meer Dordtenaren de binnenstad minder aantrekkelijk vinden geworden om te bezoeken.
Lijkt het bezoek ten opzichte van een aantal jaar geleden dus te zijn afgenomen, toch is recent wel weer sprake van toename van het bezoek. Vooral als gevolg van de invoering van de wekelijkse koopzondag. En ook de komst van de Primark en Kinepolis lijken een verdere impuls te (hebben) (ge)geven aan het bezoek aan de binnenstad.
Met een gemiddeld rapportcijfer 6,9 krijgt de binnenstad een heel behoorlijke waardering. Veel inwoners zouden de binnenstad dan ook zeker of waarschijnlijk wel aanbevelen aan anderen. De meeste aspecten oogsten ook een grote tevredenheid, de evenementen, de weekmarkt, het aanbod cultuur en vrije tijd en de horeca voorop. Vooral het aanbod niet-dagelijks, de avond/nacht horeca, en de bereikbaarheid en de parkeermogelijkheden auto vinden bezoekers voor verbetering vatbaar. Dit komt ook tot uiting in de door respondenten gegeven verbetersuggesties: naast het aanpakken van de leegstand pleiten veel mensen voor het verbeteren van de kwaliteit van het winkelaanbod en betere parkeermogelijkheden en/of verlagen van de parkeertarieven. In 2012 werd ook nog vaak de horeca als belangrijk verbeterpunt genoemd. Dat is nu minder het geval; men noemt dit nu juist vooral als de reden waarom men de binnenstad aantrekkelijker vindt geworden.
De mate waarin men de Dordtse Binnenstad bezoekt is uiteraard mede afhankelijk van het concurrerend aanbod. Voor zover het om fysieke centra gaat zijn dat binnen de regio vooral Zwijndrecht-Walburg, Papendrecht-de Meent en Winkelcentrum Sterrenburg in Dordrecht. En buiten de regio Rotterdam en Breda, de overige grote steden en dichterbij Gorinchem en Ridderkerk. Maar voor wat betreft winkelaankopen misschien inmiddels wel de grootste concurrent is het online shoppen. Duidelijk is dat zowel de bezoekfrequentie aan als de verblijfstijd in de Dordtse Binnenstad hieronder te lijden hebben.
Mede door de opkomst van het online shoppen, maar ook door veranderde consumentenvoorkeuren moeten binnensteden het steeds meer hebben van andere dingen dan winkelen. Horeca, cultuur, evenementen en recreatie zijn in de loop der jaren steeds belangrijker geworden. Dat blijkt ook uit het onderhavige onderzoek: uit eten gaan, horecabezoek overdag, evenementen/festivals, bioscoopbezoek, theater/concertbezoek en museumbezoek zijn voor veel bezoekers zo niet het belangrijkste bezoekmotief dan wel op zijn minst één van de bezoekmotieven. Binnensteden ontwikkelen zich meer en meer tot 'places to be' en 'places to meet and eat'. Ook de Dordtse Binnenstad.
Het is van belang om hierop in het beleid in te spelen. Dat betekent veel (en mogelijk meer nog dan nu al het geval is) aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte, het creëren van rustplekken waar het aangenaam verpozen is, en meer doen met het water, ook in de recreatieve sfeer. Daarnaast is en blijft het belangrijk om de leegstand aan te pakken, door ondernemers de ruimte te geven (inspelen op mengvormen) en door functiewijziging waar dat kan en wenselijk is. Het laatste ook om de woonfunctie verder te versterken. Specifiek voor regiobewoners is het verder mogelijk de moeite waard om - naast de al in gang gezette latere vaartijden van de waterbus - te onderzoeken of er (mogelijk als onderdeel van een arrangement) voor reizen naar de Dordtse Binnenstad met het OV gereduceerde tarieven mogelijk zijn. Verder blijven natuurlijk acties en evenementen belangrijk. Dit alles uitgedragen in een uitgekiende, consistente marketing en communicatiestrategie uitgaande van de kracht van de stad in al haar geledingen, zo mogelijk voorzien van een sterke citymarketing slogan.