Stagediscriminatie mbo-studenten in Dordrecht

De gemeenteraad van Dordrecht wil dat Dordrecht een stad is waar iedereen gelijke kansen heeft en waar recht wordt gedaan aan diversiteit en inclusiviteit. Als vervolg op de instemming met de motie ‘Dordrecht, een stad waar je ertoe doet’ heeft de gemeenteraad behoefte aan inzicht in dit thema. Vandaar dat het Onderzoekcentrum Drechtsteden in opdracht van de griffie Dordrecht onderzoek deed naar stagediscriminatie. Is er in Dordrecht sprake van stagediscriminatie? Hoe ziet dat er dan uit? Wat zijn de gevolgen hiervan voor studenten? En wat zijn volgens betrokken partijen oplossingsrichtingen voor het tegengaan en voorkomen van stagediscriminatie?

conclusies

In ons onderzoek naar stagediscriminatie richten wij ons op ervaringen en belevingen van professionals en mbo-studenten in Dordrecht. In hoeverre komt stagediscriminatie hier voor? Hoe ziet dit eruit? En wat zijn mogelijke oplossingsrichtingen? Er is sprake van stagediscriminatie als studenten nadelig worden behandeld bij het zoeken of lopen van een stage omdat zij tot een bepaalde groep behoren of daartoe gerekend worden (Andriessen et al., 2021). Stagediscriminatie kan op twee manieren voorkomen, bij het zoeken naar een stage of tijdens het lopen van een stage. Hieronder volgen de belangrijkste conclusies uit ons onderzoek.

  • Allereerst is het belangrijk om meer bewustzijn te creëren rondom het onderwerp 'stagediscriminatie'. Er blijkt namelijk een grote discrepantie te bestaan tussen de ervaringen van studenten enerzijds en van professionals anderzijds. Studenten die negatieve ervaringen opdoen rondom stage, ervaren hier vanuit school weinig begrip voor. Binnen onderwijsinstellingen denken professionals verschillend over de mate waarin stagediscriminatie voorkomt.
  • Onderwijsinstellingen en bedrijven die wij spraken beschikken wel over een algemene vertrouwenspersoon, maar niet over specifieke protocollen ter voorkoming van stagediscriminatie of over signaleren van/acteren op gevallen van stagediscriminatie. De manier waarop professionals omgaan met signalen van stagediscriminatie verschilt hierdoor per persoon.
  • Noch onderwijsinstellingen, noch bedrijven lijken behoefte te hebben aan invoering van anoniem solliciteren. Volgens betrokken partijen is dat niet nodig, omdat er nu ook al op vaardigheden en competenties geselecteerd wordt.
  • Afgaand op de ervaringen van mbo-studenten van Dordtse mbo-scholen blijkt dat het voor de helft van de studenten (heel) veel moeite kost om een stageplek te vinden, maar dat de meeste studenten (91%) uiteindelijk wel een plek vinden. Voor sommigen gebeurt dit echter wel later dan gewenst, waardoor studievertraging wordt opgelopen; één op de tien studenten had hiermee te maken.
  • Tijdens het zoeken naar een stageplek of tijdens het stagelopen komen negatieve ervaringen bij veel studenten voor. Bij het zoeken van een stageplek krijgt twee derde hiermee te maken, bij het stagelopen is dit bij vier op de tien studenten het geval. We zien wel wat verschillen naar achtergrondkenmerken: Studenten met een migratieachtergrond blijven wat vaker verstoken van antwoord op hun brieven, mails, telefoontjes (75% vs. 58%), Bij studenten met een Islamitische geloofsovertuiging wordt het werk op stage vaker gecontroleerd dan bij andere stagiairs/werknemers (34% vs. 16%). Vrouwelijke studenten krijgen op stage vaker te maken met een onvriendelijke behandeling (34% vs.18%), kwetsende grappen (25% vs. 10%) en de 'rotklusjes' moeten doen (31% vs. 17%).
  • Niet alle negatieve ervaringen hebben automatisch te maken met discriminatie. Ook is discriminatie vaak niet objectief vast te stellen en gaat het in de meeste gevallen om 'vermoedens van'. Studenten die vaker dan gemiddeld vermoeden dat hun negatieve ervaringen samenhangen met discriminatie zijn: Studenten met een migratieachtergrond en/of Islamitische geloofsovertuiging en studenten met mbo-niveau 1-2 (alleen bij het zoeken naar een stageplek).
  • De door studenten meest genoemde vormen van stagediscriminatie zijn, discriminatie vanwege: Opleidingsniveau, herkomst/migratieachtergrond, uiterlijk, extra leerbehoeften (bijvoorbeeld door autisme, adhd enz.)
  • Stagediscriminatie kan een grote negatieve invloed hebben op het gevoel van eigenwaarde, het vertrouwen in de kans op een baan en de motivatie voor school.