Dordrecht – Rekenkameronderzoek veiligheid Dordrecht

In hoeverre zijn de bewoners op de hoogte van de voorlichting van de gemeente Dordrecht? Wat weten ze van de veiligheidsrisico’s? En wat menen de bewoners te moeten doen in geval van een ramp? De meningen van bewoners over risicocommunicatie en hun verwachtingen daarover leest u in deze factsheet.

Conclusies

Ruime meerderheid weet wat te doen bij een ramp

Een ruime meerderheid (83%) van de bewoners geeft aan dat zij weten wat ze moeten doen als de sirene gaat. Bewoners zetten radio/tv aan (93%) en sluiten ramen en deuren (85%). Binnen de antwoordcategorie ‘anders’ (door 3% aangekruist) geven bewoners vooral aan Twitter te volgen. Er is bij vier op de tien bewoners wel eens iets gebeurd, waardoor ze op dat moment behoefte hadden aan informatie. Op de vraag wat bewoners verwachten aan informatievoorziening vanuit de gemeente bij een ramp melden de meeste mensen advies te willen over hoe te handelen. Bewoners willen weten wat ze het beste kunnen doen als er zich een ramp voltrekt. Daarnaast willen ze inzicht in aard en omvang van de ramp. Ook verwachten ze dat de informatie snel en duidelijk én eerlijk en volledig is.

Transport van gevaarlijke stoffen per spoor meest genoemde risicobron

Iets meer dan de helft (54%) van de ondervraagde inwoners acht de kans dat er een ramp in zijn of haar omgeving plaatsvindt niet klein. Met de stelling ‘de gevolgen van een ramp zijn voor mijn omgeving klein’ is 69% het (zeer) oneens. Het vertrouwen in de hulpdiensten en de snelle reactie van die diensten, is groot. Het risico om getroffen te worden door een ongeluk bij een spoorlijn met transport van gevaarlijke stoffen wordt het grootst geacht. Dit zien we ook terug in de antwoorden op de vraag: wat is volgens u de grootste risicobron in uw gemeente? Transport (van gevaarlijke stoffen) per spoor is het antwoord dat het meest genoemd is. Een rivier met hoogwater komt na de spoorlijn met gevaarlijke stoffen als risicobron het meest voor. Maar het risico om hier zelf door getroffen te worden, wordt beduidend lager ingeschat dan een ongeluk bij een spoorlijn (36% versus 60%). Van de bewoners die buitendijks wonen acht 58% het waarschijnlijk om zelf getroffen te worden door een overstroming van een rivier. Dit is een significant verschil met de binnendijkse bewoners (31%).

Meer dan helft zegt het voorbije jaar geen info over risico’s ontvangen te hebben

Wanneer we kijken naar de bekendheid van risicoinformatie, zien we dat een kwart aangeeft niet te weten of zij afgelopen jaar informatie over risico’s ontvangen hebben. Bovendien zegt meer dan de helft (52%) geen informatie ontvangen te hebben. Voor zover informatie is ontvangen, is dit meestal afkomstig van de gemeente. Andere antwoorden, zoals ‘andere organisatie (zoals de veiligheidsregio)’ en bedrijven worden beduidend minder vaak genoemd. RTV Rijnmond en de website van Dordrecht scoren vervolgens het hoogst als bron waar bewoners in eerste informatie zouden zoeken. Slechts 3% van de respondenten vindt de informatie van de gemeente over risico’s goed en 17% vindt deze voldoende. Ruim de helft (56%) staat hier neutraal tegenover.

Behoefte aan ‘duidelijkheid’ over risico’s

Waarover willen bewoners geïnformeerd worden? De bewoners willen in de eerste plaats geïnformeerd worden over de maatregelen die ze zelf kunnen nemen om de effecten van een ongeluk zo klein mogelijk te maken en over wat de gemeente doet om risico’s zo klein mogelijk te maken. Meest genoemde verbeteringen aan de informatie zijn dan ook ‘duidelijkheid bieden over risico’s’, bijv. welke risico’s zijn er, hoe groot zijn deze. Daarnaast is er ook een behoefte aan meer (specifieke) informatie.

De rijksoverheid wordt gezien als de voornaamste verantwoordelijke voor zowel het maken van beleid omtrent risico’s als voor de handhaving en controle hierop. Op beide onderdelen scoort de gemeente als ‘tweede’ verantwoordelijke. Tot slot, wat zou er dan kunnen verbeteren aan vermindering van risico’s in de gemeente Dordrecht? Betere controle en geen of minder vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor zijn de meest genoemde verbeterpunten.