Aansluiting Onderwijs - Jeugdzorg: pilot regio Drechtsteden

Het onderwijs is samen met de gemeente verantwoordelijk voor het bieden van zorg aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De zorg voor jeugd is sterk in beweging. Met de decentralisatie van de jeugdzorg en de Wet Passend Onderwijs komt er veel op scholen en de gemeente af. Een goede samenwerking is van cruciaal belang. In deze factsheet leest u hoe het ervoor staat in de regio Drechtsteden. In welke mate wordt er in de regio al samengewerkt? Op welke manier? En heeft de samenwerking volgens betrokken professionals meerwaarde?

Conclusies

De 'nieuwe' verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp, sinds 1 januari van dit jaar, is nog pril. Dat laten de eerste resultaten van de pilot ook zien. Ten tijde van het veldwerk van de pilot, dit voorjaar, was de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp pas net van start. Op bestuurlijk niveau is er een koers bepaald, die de komende tijd verder uitgerold moet worden naar de werkvloer. De pilot moet dan ook gezien worden als nulmeting. 'We zijn net begonnen. Het wordt pas interessant over 1 à 2 jaar' (bron: beleidsmedewerker onderwijs).

De samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp is op beleidsniveau wat verder gevorderd dan bij professionals op de werkvloer. Op beleidsniveau is men (dan) ook positiever over de samenwerking dan professionals. Het gemiddelde rapportcijfer dat men geeft voor de samenwerking is op beleidsniveau duidelijk hoger dan in het veld en ook (een stuk) hoger dan landelijk gemiddeld. De IB-ers en zorgcoördinatoren geven daarentegen een lager cijfer dan gemiddeld in de andere pilotregio's.

Met name bij professionals is er (nog) veel onbekendheid en onwetendheid. Professionals zijn nog niet altijd op de hoogte van elkaars bevoegdheden, verantwoordelijkheden en taken. Het zicht op het aantal kinderen/jeugdigen dat zowel extra onderwijsondersteuning krijgt als jeugdhulp ontvangt, is ook (nog) beperkt. De vraag is wel hoe erg het in dit stadium van het samenwerkingsproces is dat niet iedere professional zicht heeft op het (totale) aantal kinderen/jeugden dat zowel op school als thuis ondersteuning krijgt. Belangrijker is dat de professional van zijn/haar 'eigen' kinderen weet of zij ook elders hulp krijgen.

Dat de samenwerking nog pril is, zeker tussen professionals, zorgt er (hoogstwaarschijnlijk) ook voor dat nog niet iedereen de meerwaarde van de samenwerking ziet. Een minderheid, een derde van de professionals, geeft aan dat de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp tot een snellere aanpak van problemen van jeugdigen en gezinnen leidt. In de andere pilotregio's ligt dit aandeel gemiddeld hoger. De vraag is echter of de samenwerking ook tot een betere aanpak van problemen leidt…

In de kadernotitie 'Passend verbinden van onderwijs en zorg voor jeugd in de Drechtsteden' staat geschreven dat de samenwerking en afstemming in de Drechtsteden o.a. moet leiden tot preventie, signalering, integrale (multidisciplinaire) beoordeling/weging en arrangeren. Dit is zeker (nog) niet altijd het geval. Eén op de vijf professionals zegt dat er samen opgetrokken wordt in signalering, analyse en uitvoering. Gezamenlijk opstellen van arrangementen wordt in ruim twee op de vijf gevallen gedaan. Hier is dus zeker verbetering mogelijk. Overigens zijn dit ook elders in het land aandachtspunten.

De overgrote meerderheid van de professionals neemt wel deel aan casusoverleggen waarbij ook de andere partner (onderwijs of jeugdhulp) aanwezig is. Daarnaast geven ruim zes op de tien professionals aan dat onderwijs en jeugdhulp gezamenlijk hulp toewijzen en dat er gezamenlijk aandacht is voor preventie en het versterken van de basis thuis, op school en in de wijk.